Net als 2020 was ook 2021 door de corona-crisis een bijzonder jaar. In de voorgaande programma’s is stilgestaan bij wat dit beleidsmatig heeft betekend. Natuurlijk zijn er ook financiële consequenties. Lopende het jaar zijn er verschillende corona steunpakketten vanuit het Rijk via de circulaires aan ons beschikbaar gesteld. Tevens hebben wij diverse specifieke uitkeringen aangevraagd en ontvangen. De ontvangen middelen hebben wij op de betreffende kostenplaatsen beschikbaar gesteld of gereserveerd op de stelpost coronamiddelen.
Wij sluiten het boekjaar 2021 af met een netto resultaat van € 3,78 miljoen. Dit is het resultaat van de jaarrekening (€ 4,53 miljoen positief) en de voorgestelde resultaatbestemming van de coronamiddelen (€ 754.000). Het resultaat voegen wij toe aan onze algemene reserve. Daarnaast hebben wij het vaste bedrag van € 2 miljoen ook gestort. Samen met een toename van de bestemmingsreserves zien wij dat ons eigen vermogen dit jaar is gegroeid met circa € 5,7 miljoen.
Onze vreemd vermogen positie is afgenomen met € 10 miljoen. Dit is het resultaat van aflossen op de bestaande leningenportefeuille.
In onze financiële beleidskaders (Nota financieel beleid) is opgenomen dat de solvabiliteit zich binnen een bandbreedte van 30% - 40% mag bewegen. De solvabiliteit is een kengetal die de verhouding aangeeft tussen het eigen vermogen (algemene -en bestemmingsreserves) en het vreemde vermogen (korte en langlopende leningen). De solvabiliteit bedraagt per 31 december 2021: 37%.
De fondsbeheerders (ministeries van Binnenlandse Zaken en Financiën) hebben besloten de besluitvorming over de invoering van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds aan het volgend kabinet te laten. Dit betekent dat de invoering van de nieuwe verdeling opschuift naar 1 januari 2023.
Ondanks het positieve financiële resultaat zien wij ook risico’s. Naast de genoemde risico’s in de paragraaf weerstandvermogen zien wij ook interne risico’s. Zo blijft de financiële beheersing van het Sociaal Domein een uitdaging. Wat gaat er gebeuren met de economie wanneer het Rijk stopt met alle steunmaatregelen? Een mogelijke stijging van het aantal faillissementen en mensen met een uitkering? Daarnaast zien wij dat veel bestuurlijke ambities en doelstellingen zijn vertraagd en deels zijn doorgeschoven naar 2022. Voor de gemeentelijke organisatie is het een uitdaging om alle opgaven vorm en inhoud te geven. Hierbij spelen de veranderingen op de arbeidsmarkt een nadrukkelijke rol.
"Wij willen onze financiële situatie gezond en stabiel houden. Dit doen wij door de algemene reserve te blijven versterken door jaarlijks structureel toe te voegen en incidentele voordelen in deze reserve te storten. Ook willen wij onze minimale solvabiliteit van 30% behouden."